Inleiding
Er is een veelheid aan vakken die gegeven worden waarmee enerzijds de kunstzinnigheid ontwikkeld wordt en anderzijds (ambachtelijke) vaardigheden. Een aantal vakken kan vallen onder het hoofdstuk “techniek”, andere vakken onder de noemer “kunst- en cultuur educatie”. Uiteraard is een samengaan van deze twee de beoogde doelstelling.
Schilderen
Vanaf de kleuterklas wordt er wekelijks geschilderd waarbij aquareltechniek wordt gebruikt, waterverf op nat papier. Het schilderen met kleur op zich wordt geoefend. Ook het beleven van de kleur kan bij een opdracht centraal staan. Het schilderen is ook een middel ter verwerking van les-en vertelstof, dit is met name in de onderbouwklassen het geval.
Tekenen
Tekenen is een vanzelfsprekend en terugkerend gegeven. Er wordt over verhalen die verteld zijn getekend, er worden tekeningen gemaakt in periodeschriften. Dit kunnen illustraties zijn, maar het kan ook gaan om exacte tekeningen b.v. kaarten in de aardrijkskunde of tekeningen bij natuurkunde proeven.
Vormtekenen
Het vormtekenen begint in de eerste klas met het oefenen van de basis van alle vormen: rechte en kromme lijnen. Daarbij dient het vormtekenen ook het schrijfonderwijs. In de loop der jaren groeit dit tekenen uit tot het maken van ingewikkelde vormen en motieven b.v. vlechtvormen. In de zesde klas worden meetkundige tekeningen gemaakt.
Meetkunde
In de zesde is er een periode meetkunde. Daarbij wordt dieper ingegaan op de basisprincipes van de meetkunde. De kinderen leren de basisbegrippen (zoals loodlijn, graden). Met passer en liniaal worden exacte vormen geconstrueerd, die op een kunstzinnige wijze uitgewerkt worden.
Muziek
Zingen is een vanzelfsprekendheid in de school in alle klassen. De jaarfeesten geven aanleiding tot het zingen van allerlei liederen. Daarnaast leent de vertelstof zich heel goed tot het zingen en musiceren. Vanaf de vierde klas wordt er meerstemmig gezongen en wordt het repertoire steeds verder uitgebreid. De vierde, vijfde en zesde klas vormen het schoolkoor dat wekelijks onder leiding van een van de leerkrachten muziek maakt. Dat betekent dat er vooral gezongen wordt, maar ook verschillende instrumenten worden ingezet en er wordt tijdens de les veel bewogen. Het kinderkoor laat zich ook regelmatig buiten de school horen, bv tijdens de Kerstviering in een verzorgingstehuis maar ook tijdens de uitvoering van de Mattheus Passion.
Vanaf de eerste klas wordt er ook gefloten. Er is een uitgebreid instrumentarium (waaronder Orff) aanwezig dat in de lessen gebruikt kan worden. In de vierde klas bouwen de kinderen een bamboefluit en leren die ook bespelen. Vanaf de vierde klas leren de kinderen het notenschrift.
Vanaf de eerste klas wordt er ook gefloten. Er is een uitgebreid instrumentarium (Orff) aanwezig dat in de lessen gebruikt kan worden. In de vierde klas bouwen de kinderen een bamboefluit en leren die ook bespelen. Vanaf de derde klas leren de kinderen het notenschrift. De school beschikt over een digibord waar ook in met name de hoogste klas bij muzieklessen gebruik van gemaakt wordt.
Vreemde talen
Vanaf de eerste klas worden er twee vreemde talend onderwezen, Engels en Duits. Er kan voor gekozen worden te starten met één taal en de tweede taal in de loop van het jaar toe te voegen. De taal wordt geleerd door: spreken teksten, gedichtjes, liedjes, spelletjes, kleine samenspraken. Vanaf de vierde klas komt ook het schrijven aan de orde en het lezen van teksten in de vreemde taal.
Handwerken
Vanaf de eerste klas wordt het vak handwerken gegeven. In de loop van de schooltijd leren de kinderen diverse technieken: breien, borduren, haken, weven, vilten, poppen maken, kledingstuk maken. Er wordt gewerkt met mooie en kleurrijke materialen. De werkstukken die gemaakt worden hebben meestal een praktisch en nuttige toepassing.
Handvaardigheid
De school beschikt over een aparte ruimte voor handvaardigheid. Houtbewerking is het centrale thema voor dit vak dat in de vijfde en zesde klas onderwezen wordt. Er is een grote hoeveelheid gereedschappen ter beschikking die de kinderen op de juiste wijze leren hanteren. Boetseren, aanvankelijk met bijenwas en later met klei, gebeurt in alle klassen. In de hogere klassen kan boetseren opgenomen zijn in het periodeonderwijs.
Gymnastiek
Gymnastiek (o.a. turnen, spel, atletiek) wordt vanaf klas twee als vakles ingevoerd. Deze lessen worden door een vakleerkracht verzorgd die daarvoor de opleiding heeft gevolgd (HBO Bewegingsonderwijs).
In de kleuterklassen en de eerste klas is het bewegingsonderwijs geïntegreerd in de andere lessen en wordt door de leerkrachten zelf verzorgd.
De school maakt voor de gymlessen gebruik van de sporthal op de Schelfhorst.
ICT onderwijs
De computer is niet meer weg te denken uit de samenleving. De informatie- en communicatietechnologie hebben ook in ons onderwijs hun intrede gedaan.
De klassen vijf en zes krijgen lessen in het omgaan met de computer. De basisprincipes van de computer komen aan de orde. De kinderen leren verantwoord en doelbewust gebruik te maken van dit medium. Ze leren teksten bewerken en verwerken, ze leren hoe ze een PowerPointpresentatie kunnen maken. Tevens leren de kinderen om te gaan met de mogelijkheden van internet en leren ze werken met digitale encyclopedieën. Werkstukken die gemaakt worden, kunnen op de schoolsite geplaatst worden. Het is ook mogelijk gebruik te maken van de mediatheek.
Computers kunnen ook ingezet worden voor kinderen die bepaalde onderdelen van de leerstof zelfstandig oefenen. Daartoe heeft de school beschikking over diverse remediërende programma’s.
Voor het computeronderwijs is een van de lokalen ingericht met vaste computers. Hier is ook een digibord aanwezig. Verder beschikt de school over een aantal laptops die ingezet kunnen worden in de klassen.